Hoe belangrijk het klimaat is voor een goede wijnproductie, blijkt uit de geschiedenis van Duitsland als wijnland. Enkele eeuwen geleden werd in de gebieden die nu tot Duitsland behoren ongelooflijk veel wijn geproduceerd, bijna zoveel als in het toenmalige Frankrijk. De roem van die wijnen – niet alleen wit maar zeker ook de rode! – reikte tot ver daarbuiten. Het geheim van die middeleeuwse Duitse wijnen? Een warm klimaat èn waterwegen om de wijn te vervoeren.
Nog altijd beschikt Duitsland over het grootste wegennet van Europa, nu ook gewoon op land, maar het klimaat is in de loop van de eeuwen flink veranderd. Na de gloriedagen van de Duitse wijnen kwam er een kleine ijstijd zodat wijngaarden grotendeels verloren gingen. Maar sinds de tweede helft van de 20e eeuw gaat het bergopwaarts met de Duitse wijnen. Overal zijn wijnboeren grondig aan het werk geslagen om onder de gegeven omstandigheden steeds betere wijnen te produceren. Dat heeft geleid tot een gedegen plek in de hoogste regionen als het gaat om smaak- en karaktervolle wijnen waar het terroir volledig tot zijn recht komt.
Ruim 50% van de productie bestaat uit zogenaamde QbA-wijnen: Qualitätswein bestimmter Anbaugebiete. In elk van de 13 Duitse wijnbouwgebieden liggen districten, de Bereiche, die de Grosslagen herbergt (dat zijn groepen wijngaarden). Binnen de Grosslagen worden de verschillende wijngaarden aangeduid met de naam Einzellage, maar Duitse wijnboeren noemen hun terrein gewoon ‘Weinberg’. Zoals kan worden verwacht heeft de Duitse wetgever alles strikt gereguleerd, en er staan op de etiketten dan ook veel verplichte aanduidingen, die niet altijd houvast bieden voor de kwaliteit.
Rotwein: rode wijn uit blauwe wijndruiven – de gekneusde druiven vergisten samen met schillen, pitten en steeltjes.
Rotling: van witte en blauwe druiven gemaakt. Beide kleuren druiven vergisten ook hier samen, net als de rode wijn, maar wordt lichter van kleur.
Schillerwein: een roséwijn van witte en blauwe druiven, ongeveer zoals rotling, maar de vaste bestanddelen worden binnen 24 uur van de most gescheiden.
Weissherbst: rosé van blauwe druiven – weinig kleur omdat de schillen van de blauwe druiven maar kort met de most in aanraking zijn geweest.
Weißwein: van witte druiven en soms ook blauw – gemaakt van alleen het sap.
Federweißer: vers geperst druivensap dat begint te gisten – prille most, vooral gedronken door de plukkers zelf.
Sekt en Sekt bA: mousserende wijn. In Duitsland gebruikt met de transvasiermethode of méthode traditionnelle. Zeldzaam: Perlwein, witte of rode parelende wijn gemaakt volgens de méthode Charmat.